Het denken in woordstukken heeft meerdere voordelen bij het lezen en spellen. Zo bevordert het lezen in woordstukken het vloeiend lezen en ontlast het spellen in woordstukken het werkgeheugen oftewel je ‘kladblaadje in je hoofd’. Een woord bestaat (meestal) uit minder woordstukken dan fonemen en dus hoef je minder onderdelen op je ‘kladblaadje’ te onthouden. Bovendien maakt het spellen in woordstukken het makkelijker om jezelf na te kijken. De positie van de klinker wordt op deze manier goed zichtbaar (open of gesloten) en hierdoor kun je controleren of de klank lang (ja-ger) of kort (bak-ker) klinkt. Schrijf daarom na een woordstuk een ‘hakstreepje’ (een liggend streepje -) en controleer het stukje.