Effectieve interventies

De voornaamste kenmerken van goed werkende remediëring volgens Maureen Lovett in het Canadese programma “PHAST,Empower Reading”.

De vaardigheden van lezen en schrijven van kinderen en volwassenen ontwikkelen zich door effectieve instructie en steeds moeilijker wordende oefeningen. Onderzoek heeft aangetoond dat effectieve programma’s:

Laat de kinderen elke dag even schrijven. Schrijf als leerkracht, begeleider of ouder reacties op deze verhalen. Waardeer de uitspraken en individuele meningen van kinderen. Neem ze serieus.

De vijf meest krachtige leesstrategieën

De vijf volgende meest krachtige leesstrategieën worden achtereenvolgens aangeleerd. Ze worden cumulatief geoefend gedurende de cursus van de 110 sessies van het Canadese programma “Empower Reading”. Elke strategie wordt aangeboden in een introductieles, waarbij eerst de voorwaarden worden geoefend om de strategie succesvol te gebruiken. Mondelinge instructie over de strategie, voorbeeldlessen, werkbladen in verschillende niveaus, verhalen en een keur aan leeractiviteiten.

De strategieën zijn:

  1. Verklanken
  2. Rijmen
  3. Pellen
  4. Herkennen
  5. Opsporen

VERKLANKEN

Leerlingen kennen wel de strategie van het verklanken maar missen de nodige kennis om dat succesvol te doen. De verklankingsstrategie leert ze de fonologische vaardigheden en teken-klankkennis die nodig is om de woorden te kunnen lezen met een stappenplan. Een handleiding voor de leerkracht wordt gebruikt om de leerlingen door de leerstof te begeleiden.

Voordat ze het woord kunnen lezen moeten ze leren de klanken langzaam uit te spreken zonder ‘spellend lezen

RIJMEN

De rijmstrategie leert de leerlingen de kennis die ze al hebben te gebruiken voor wat ze niet kennen. Om deze strategie te kunnen gebruiken moeten ze de instructiewoorden begrijpen, zoals dezelfde, verschillend, beginnend, middelste, laatste. Bovendien moeten ze de rijmregels kennen en de rijmvaardigheden beheersen.

Aan de leerlingen wordt ook een lijst van kapstokwoorden geleerd die de meest voorkomende spellingcategorieën vertegenwoordigen. Wanneer ze woorden kunnen ontdekken met hetzelfde spellingprobleem, wordt ze geleerd dat de geleerde kapstokwoorden kunnen helpen nieuwe woorden te lezen.

WOORDEN PELLEN

Deze strategie geeft de leerling de mogelijkheid lange en moeilijke woorden te lezen. De leerling leert delen te onderscheiden, herkent voor- en achtervoegsels. Hierdoor wordt het onbekende woord steeds kleiner en dus eenvoudiger te lezen. Een magnetische afplukboom met groene blaadjes (voorvoegsels) en oranje blaadjes (achtervoegsels) wordt gebruikt om de leerlingen duidelijk te maken dat voor- en achtervoegsels net als blaadjes (die groeien en vallen) van een boom kunnen worden geplukt. En dat de stam van een woord, net als een stam van een boom, overblijft. De leerling dient wel eerst kennis te hebben van alle mogelijke voor- en achtervoegsels. Ze volgen hiervoor de volgende stappen:

HERKENNEN

Deze klankherkenningsstrategie leert de leerlingen dat klanken en klankgroepen een verschillende uitspraak kunnen hebben. Ze stellen de lezer voor lastige problemen. Leerlingen leren alert te zijn op mogelijke leesproblemen door verschillende manieren in onbekende woorden toe te passen en te blijven proberen tot het juiste woord is gevonden. Een soort ‘visuele attentie’ training: “Ik zie dit. En dat kan worden uitgesproken als…..” Stoplichten met verschillende kaarten worden gebruikt als een waarschuwing: “Stop bij deze klank als ik onzeker ben (rood), pas op en probeer verschillende klanken (oranje) en ga wanneer ik het juiste woord vind (groen).

OPSPOREN

Deze strategie geeft de leerling de kans hun steeds groeiende woordenschat van kleine bekende woorden te herkennen. Of delen herkennen in lange onbekende woorden. Leerlingen leren dat deze strategie het beste kan worden toegepast op samengestelde woorden als ‘schipbreuk’ of ‘boekwinkel’. Ze leren een hokje te zetten om het woordje boek en daarna om winkel. Ze zeggen dan: “Ik ontdek het woordje ‘boek’ en het woordje ‘winkel’. Dus er staat ‘boek-winkel’.

Aanleren en gebruiken van het spelplan

Het ‘Spelplan’, gebaseerd op sporten, wordt geïntroduceerd zodra de leerlingen minstens drie strategieën hebben aangeleerd. Het doel is de leerling te helpen snel de juiste strategie te kiezen, deze snel toe te passen, in de gaten te houden hoe dat werkt en het effect ervan te evalueren. Leerlingen wordt geleerd dat het leren lezen net zo is als het leren sporten en dat strategieën kiezen een sport is; elke strategie is samengesteld uit een aantal vaardigheden die oefening vragen; en men moet weten wanneer, waar en hoe elke strategie moet worden ingezet. Leerlingen leren dat leerkrachten en coachen belangrijk zijn voor de spelers om nieuwe vaardigheden te oefenen en zonodig te helpen.

In het kort komt het neer op:

  1. Kies een strategie waarvan je verwacht dat het werkt
  2. Gebruik die strategie bij dat woord.
  3. Kijk of en hoe het werkt.
  4. Kies een andere strategie als het niet werkt